Stevige winterkost
‘Bij ons in Groningen noemen ze dit recept stopvarf’, vertelt m’n moeder. Als ik even later het recept in een kommetje zie, snap ik waar het woord vandaan komt. Bruine bonen met aardappelen tot puree gestampt, dat is het. ‘Wel wat karig’, merk ik op. ‘Kunnen we het niet wat opleuken?’ ‘Vroeger hadden de mensen niet zo veel te besteden als tegenwoordig, maar wilde men wel wat voedzaams eten’, herinnert m’n moeder mij. Toch besluiten we het stevige Groningse wintergerecht te verrijken met een wortelsalade voor wat meer kleur, wat augurkjes, uitjes en piccalilly voor wat extra smaak en de appelmoes omdat ik dat altijd zo lekker vind bij stamppot’. Zo krijgt dit recept van weleer een hedendaags tintje.
Wat heb je nodig? (voor 4 personen)
- 800 gram kruimige aardappelen
- 250 gram gedroogde bruine bonen (Farmer)
- 200 gram verse rookspekjes (dobbelsteentjes)
- peper en zeezout
- 3 blaadjes verse salie
Bijgerechten:
Wortelrasp, augurkjes, zilveruitjes, piccalilly en appelmoes
Wat ga je doen?
- Wel de bruine bonen een avond van tevoren in een ruime pan met water. Dan zijn ze de volgende dag klaar om gekookt te worden.
- Schil de aardappelen, snijd in kleine stukjes en kook ze gaar zodat je er gemakkelijk puree van kunt maken.
- Stamp, als ze gaar zijn, de aardappelen tot puree.
- Stamp daarna de gekookte bruine bonen erdoor.
- Bak de spekjes lekker knapperig en voeg de 3 blaadjes salie in stukjes toe.
- Gebruik het kookvocht van de aardappelen en het vet van de gebakken spekjes om de puree lekker smeuïg te maken.
- Breng eventueel op smaak met peper en zout.
